SV | Toen zeide Esther: Dunkt het den koning goed, men late ook morgen den Joden, die te Susan zijn, toe, te doen naar het gebod van heden; en men hange de tien zonen van Haman aan de galg. |
WLC | וַתֹּ֤אמֶר אֶסְתֵּר֙ אִם־עַל־הַמֶּ֣לֶךְ טֹ֔וב יִנָּתֵ֣ן גַּם־מָחָ֗ר לַיְּהוּדִים֙ אֲשֶׁ֣ר בְּשׁוּשָׁ֔ן לַעֲשֹׂ֖ות כְּדָ֣ת הַיֹּ֑ום וְאֵ֛ת עֲשֶׂ֥רֶת בְּנֵֽי־הָמָ֖ן יִתְל֥וּ עַל־הָעֵֽץ׃ |
Trans. | watō’mer ’esətēr ’im-‘al-hammeleḵə ṭwōḇ yinnāṯēn gam-māḥār layyəhûḏîm ’ăšer bəšûšān la‘ăśwōṯ kəḏāṯ hayywōm wə’ēṯ ‘ăśereṯ bənê-hāmān yiṯəlû ‘al-hā‘ēṣ: |
Toen zeide Esther: Dunkt het den koning goed, men late ook morgen den Joden, die te Susan zijn, toe, te doen naar het gebod van heden; en men hange de tien zonen van Haman aan de galg.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Toen zeide Esther: Dunkt het den koning goed, men late ook morgen den Joden, die te Susan zijn, toe, te doen naar het gebod van heden; en men hange de tien zonen van Haman aan de galg.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!